Aan de Zuiderzeestraatweg in Oldebroek staat sinds 1853 molen De Hoop. Door de eeuwen heen is er flink wat veranderd in de molen en op het terrein, maar de molen zelf staat nog steeds fier overeind. De molen was – en is feitelijk nog steeds – de grootste machine van Oldebroek.

Mag het ietsje meer zijn?
De bedrijvigheid op het terrein werd in de loop van de 20e eeuw uitgebreid met een veevoederbedrijf. Later is de focus opgeschoven naar een maal- en mengbedrijf. De molen heeft tegenwoordig voornamelijk een cultuurhistorische en educatieve functie, maar verkeert na een flinke restauratie weer helemaal in originele, werkende staat. Op het terrein is inmiddels ook een werk- en dagbestedingsproject van zorginstelling Philadelphia gevestigd, dat naast – en deels om – de molen draait. Zo is er een vergaderaccommodatie met verzorgde lunch en een terras ontstaan, en kunnen de molen en de bijgebouwen tegenwoordig ook als trouwlocatie gehuurd worden.

Een oerhollands symbool naast kaas, klompen en tulpen
Al ver voor de Gouden Eeuw speelden molens een belangrijke rol in de economische ontwikkeling en het sociale leven in Nederland. Molens zijn een monument van techniek en behoren tot ons cultureel erfgoed. Ons land staat niet voor niets bekend om haar molens. Ze hebben verschillende, belangrijke functies gekend, zoals het droogmalen van onze polders, het malen van graan, het slaan van olie en het zagen van hout. Molens horen bij Nederland net zoals kaas, klompen en tulpen. Sinds 2017 staat het ambacht van molenaar op de Unesco lijst van immaterieel cultureel erfgoed.

Ingehaald door de toekomst?
De molen van Oldebroek raakte in de tweede helft van de 20e eeuw in verdrukking, toen het maal- en mengbedrijf met zijn tijd meeging en groeide. De bedrijfsactiviteiten als maalderij zijn in de huidige tijd teruggebracht tot marginale proporties. Dat betekent dat er ruimte ontstond om de monumentale molen weer in ere te herstellen.

Een stichting met een hoger doel
Een maalvaardige molen creëren, waarbij het oude ambacht van molenaar een duurzame waarde kent in de huidige tijd, dat is het huidige doel van de Stichting molen De Hoop 1853. Enkel en alleen het herstel van een monument is niet het grootste belang. Zoeken naar wat nu daadwerkelijk nuttig, bruikbaar en interessant is, dat is het uitgangspunt. Alleen op die manier kunnen we de molen duurzame overlevingskansen geven. Zo werkt in onze ogen het beheer en behoud van cultureel erfgoed; niet alleen conserveren, maar vooral dóórleven, en zo toekomst creëren. De restauratie van molen De Hoop is onder meer tot stand gekomen door gulle giften van de BankGiroLoterij, het Prins Bernard Cultuurfonds, Gravin van Bijlandt, ir. van de Zee, het Rabofonds en enkele lokale betrokkenen. De molen wordt momenteel gedraaid door drie gediplomeerde molenaars. Het is een enthousiaste ploeg, maar het team kan altijd extra handjes gebruiken, of uitgebreid worden met extra molenaars.

Alle details op een rijtje
Deze zogenaamde achtkante stellingmolen heeft naast malen en pellen ook als oliemolen dienst gedaan, waarbij het olieslaan in een vóór 1900 gebouwde uitbouw naast de molen was ondergebracht. Na het verwijderen van de olieslagerij werd in de uitbouw een zuigas(hulp)motor geplaatst, die rond 1930 werd vervangen door een Crossley ruwoliemotor. Na 1949 werd er alleen nog met een hamermolen gemalen, die tot 1957 aangedreven werd door de ruwoliemotor. De uitbouw is verder vergroot en bestaat nu uit drie ruimten, met de lange zijde aan elkaar gebouwd.

De grote verbouwing
In 1957 is het gaande werk, met uitzondering van het bovenwiel, verwijderd om plaats te maken voor silo’s. Hierdoor kon de molen niet meer malen, maar werd alleen draaivaardig. De vangbalk werd boven het rechter voeghout geplaatst, om ruimte te winnen voor de graansilo’s. Ook rond de molen werden hoge silo’s gebouwd, waardoor de landschappelijke waarde van de molen, die van buiten in de originele staat bleef, flink werd gereduceerd.

Terug van weggeweest
Oorspronkelijk had de stelling een binnensluiting en schoren zonder kraaienpoten, waarschijnlijk tot 1931, toen de stelling instortte. Later, in 1936/37 is de stelling vervangen en zijn er minder schoren, maar nu met kraaienpoten toegepast. In 1973 werd de stelling weer geheel vervangen en ongeveer 30 centimeter hoger geplaatst, waardoor de molen weer 360° gekruid kon worden. De gaten van de vroegere schoren zijn dichtgemetseld. Ook werd geen binnensluiting meer gebruikt.

Groot onderhoud vanaf 1973
In 1973 werd een uitwendige restauratie uitgevoerd en er werd vervolgens af en toe weer voor de prins gedraaid. Het wiekenkruis is toen vernieuwd en heeft Brunia roden gekregen. In 1986 is er groot onderhoud gepleegd, waarbij de kap van de molen af is geweest en het neutenkruiwerk is vervangen door zogenaamde mosterdpotten (zie foto). Deze zijn bij de restauratie van 2012 vervangen door een Engels kruiwerk. Hierbij is gebruik gemaakt van de rollen van de oude mosterdpotten.

2011
Op 29 juni 2011 is molenmakersbedrijf Berkhof uit Zwartebroek met een nieuwe restauratie begonnen en zijn tijdens een officiële plechtigheid, in aanwezigheid van burgemeester Overweg en de verantwoordelijke wethouder, de Brunia roeden gestreken.

mosterdpotten kruiwerk

Bij de restauratie werden de maalzolder, de kapzolder en de kap hersteld. Ook kwam er weer een deelbare koningsspil met een koppeling. Verder werden de stelling, evenals de lange spruit vernieuwd en kwam er een Engels kruiwerk. De nieuwe stelling kwam lager te liggen dan de oude stelling. De lange spruit die door het plaatsen van de silo’s in de molen achter het bovenwiel werd gelegd, werd ingekort tot steunderbalk en de nieuwe lange spruit kwam terug in het midden van de kap, met daarin een nieuwe ijzerbalk.

2012
Op 7 maart 2012 zijn de kap en de houten achtkant afzonderlijk van de stenen onderbouw getakeld. Omdat er naast de molen geen ruimte was, zijn de kap en de houten achtkant met twee kranen verplaatst tot achter de loodsen. Op de hijskranen kon afgelezen worden dat de kap 11,2 ton woog, en het houten achtkant zonder de zolders, koningsspil en de maalstenen 17,5 ton aantikte op de teller.

Op 18 juli 2012 zijn de houten achtkant en de kap op de stenen onderbouw teruggeplaatst. Op 29 augustus 2012 zijn de herstelde – en met een heklat verlengde – Brunia roeden gestoken, waarna de molen weer draaivaardig was. De roeden zijn 20 centimeter verlengd; dit kon omdat de vernieuwde stelling weer op originele hoogte is gebracht.

In het najaar van 2012 is de hoge silo bij de molen afgebroken en zijn de populieren verwijderd. Zo is de molen weer beter in het zicht gekomen. De ligger en de loper van het maalkoppel en de pelsteen met ijzeren doodbed zijn op de maalzolder gelegd en is de dubbele koningsspil geplaatst. De onderspil meet 6.30m en de bovenspil 7.10m. De onderspil draait bovenaan in een bril met basralocus neuten. De taats van de bovenspil draait in de taats van de onderspil. Het spoorwiel heeft 95 kammen van haagbeuk. De gedeelde koningsspil wordt in het spoorwiel met twee raamwerken met elkaar verbonden.

2014
In 2014 is men begonnen met het weer maalvaardig maken van de molen met één maalsteen en één pelsteen. Deze werden door bemiddeling van bouwmeester van Reeuwijk aangeleverd en de andere maalsteen was hier ter plekke.
Daarna zijn de bijgebouwen hersteld en opnieuw ingericht.

2016
Op 21 september 2016 werden de molen en de bijgebouwen feestelijk heropend door Prinses Beatrix in haar rol als beschermvrouwe van de Vereniging De Hollandsche Molen.

2019
Op 8 januari 2019 werd begonnen met het aanleggen van de fundering voor het doodbed als onderdeel van de herbouw van het oliewerk. De werkzaamheden werden uitgevoerd door molenmakersbedrijf Berkhof uit Zwartebroek onder begeleiding van bouwmeester van Reeuwijk uit Arum.